Het menselijk brein bevat mogelijk tot zeven gram aan microplastics, vergelijkbaar met het gewicht van een plastic lepel. Bovendien lijken deze hoeveelheden in de loop der jaren fors toe te nemen. Onderzoek onder leiding van Andrew West, neurowetenschapper aan Duke University in Durham (Verenigde Staten), toont aan dat de concentratie microplastics in het brein tussen 2016 en 2024 met ongeveer 50% is gestegen. De studie, gepubliceerd in Nature Medicine, onthult daarnaast dat de hoeveelheid microplastics in hersenweefsel 7 tot 30 keer hoger is dan in de lever of nieren. Opvallend is dat hersenen van overleden patiënten met dementie tot wel tien keer zoveel microplastics bevatten dan die van cognitief gezonde individuen.
Microplastics en nanoplastics zijn minuscule deeltjes afkomstig van alledaagse producten zoals verpakkingen, kleding en autobanden. Ze zijn inmiddels overal op aarde aangetroffen, van de diepste oceaantroggen tot in het menselijk bloed, de longen, de teelballen en placenta’s. In september 2024 werd voor het eerst vastgesteld dat deze plasticdeeltjes zich ophopen in de menselijke bulbus olfactorius, een hersengebied boven de neusholte. Nu blijkt uit deze nieuwe studie dat ze zich ook dieper in het brein kunnen nestelen. Het gaat om een kleine hoeveelheid; de onderzoekers schatten dat het totaal aan micro- en nanoplastics een half procent van de hersenmassa uitmaken.
De onderzoekers analyseerden hersen-, lever- en nierweefsel van overleden patiënten uit 2016 en 2024, evenals hersenmonsters van personen die tussen 1997 en 2013 waren gestorven. Er zijn daarbij twaalf verschillende polymeren gevonden, waarvan de meest voorkomende polyethyleen was, dat veel wordt gebruikt voor verpakkingen, flessen en bekers. In alle gevallen werden de hoogste microplasticconcentraties in hersenweefsel aangetroffen. De toename in het brein lijkt samen te hangen met de exponentiële groei van plasticproductie, die elke 10 tot 15 jaar verdubbelt.
Hoewel de studie slechts een correlatie vaststelt tussen microplastics en dementie – en geen direct oorzakelijk verband – vinden onderzoekers de resultaten zorgwekkend. Het is mogelijk dat neurodegeneratieve veranderingen het brein vatbaarder maken voor de ophoping van microplastics, maar het omgekeerde kan niet worden uitgesloten. Bovendien blijven de bredere gezondheidsrisico’s grotendeels onbekend. Eerder onderzoek suggereert echter dat microplastics schadelijk kunnen zijn: een studie uit maart 2024 liet zien dat patiënten met hogere concentraties microplastics in hun slagaders een verhoogd risico liepen op hartaanvallen, beroertes en vroegtijdig overlijden.
De precieze route van microplastics naar het brein blijft vooralsnog onduidelijk. Plasticdeeltjes moeten de bloed-hersenbarrière passeren, een taak die normaal gesproken alleen voor essentiële stoffen is weggelegd. Opmerkelijk is dat de plasticdeeltjes in het brein geen afgeronde vormen hadden, maar dunne, scherpe scherven waren. Een mogelijke hypothese is dat microplastics zich binden aan vetten in voeding en zo via het lipidenmetabolisme in de hersenen terechtkomen.
Dit onderzoek roept nieuwe vragen op over de impact van microplastics op de menselijke gezondheid. Wetenschappers pleiten ervoor om blootstelling zo veel mogelijk te beperken totdat meer bekend is over de langetermijneffecten.
Referentie