(Vroege) PIRA is een negatieve prognostische factor bij multiple sclerose

januari 2024 Kliniek in Praktijk Diede Smeets

Invaliditeit ontwikkelt zich bij multiple sclerose (MS) met name via twee mechanismen: relaps-geassocieerde verslechtering of progressie onafhankelijk van relapsactiviteit (‘progression independent of relapse activity’, PIRA).1 PIRA heeft een sterke neurodegeneratieve component en lijkt in de meeste gevallen verantwoordelijk voor het optreden van onomkeerbare invaliditeitsverslechtering bij MS. De resultaten van een studie naar voorspellende factoren voor PIRA en de klinische uitkomsten van patiënten met PIRA op de lange termijn zijn gepubliceerd in JAMA Neurology.2

Hoewel de rol van PIRA bij vroege MS eerder is onderzocht, is onduidelijk of PIRA voorspeld kan worden aan de hand van klinische factoren of beeldvormingsgegevens op het moment dat het eerste demyeliniserende event plaatsvindt.3 Daarnaast is onbekend hoe de invaliditeit van patiënten met PIRA zich op de lange termijn ontwikkelt. PIRA is vaak het eerste klinische teken van ziekteprogressie bij ‘relapsing-remitting’ MS, maar het is niet duidelijk of patiënten die in een vroeg ziektestadium PIRA ervaren een slechtere prognose hebben dan andere patiënten.

Studieopzet

In deze cohortstudie, die duurde van 1 januari 1994 tot 31 juli 2021, werden patiënten geïncludeerd die hun eerste demyeliniserende MS-aanval ervaarden. De patiënten werden allen gerekruteerd in hetzelfde onderzoekscentrum in Spanje. Patiënten werden van deelname uitgesloten wanneer ze geen toestemming gaven, een alternatieve diagnose hadden gekregen, niet aan de protocolvereisten voldeden, inconsistente demografische informatie hadden of minder dan 3 klinische bezoeken hadden gehad.

De klinische en ‘neuroimaging’ kenmerken op het moment van de eerste demyeliniserende aanval werden onderzocht, evenals de presentatie van PIRA. PIRA was gedefinieerd als de bevestigde invaliditeitsaccumulatie tijdens een relapsvrije periode na het begin van de symptomen. Vroege PIRA vond plaats binnen 5 jaar na de start van de ziekte, terwijl late PIRA in de periode daarna optrad. PIRA werd als actief gezien wanneer er in de 2 jaar voorafgaand aan de PIRA nieuwe T2-laesies werden gezien. De invaliditeit van de deelnemers werd beoordeeld met behulp van de ‘Expanded Disability Status Scale’ (EDSS), waarbij de jaarlijkse toename sinds de eerste demyeliniserende aanval werd geanalyseerd. Tot slot werd de tijd tot PIRA en tijd tot EDSS 6.0 ingeschat.

Resultaten

In totaal werden 1.128 patiënten geïncludeerd, waarvan 69,2% vrouw en met een gemiddelde leeftijd van 32,1 jaar. PIRA werd ervaren door 25% van de deelnemers, met een mediane follow-upduur tot de eerste PIRA van 7,2 jaar (interkwartielbereik: 4,6-12,4). Binnen de studiepopulatie die PIRA ontwikkelde, was dit bij 31% vroege PIRA en bij 51% actieve PIRA. Patiënten die PIRA ervaarden waren ouder, hadden meer hersenlaesies en hadden vaker oligoklonale banden in het liquor dan patiënten zonder PIRA. De enige factor die PIRA kon voorspellen was een hoge leeftijd op het moment van de eerste aanval (HR [95%-BI]: 1,43 [1,23-1,65]; p<0,001 per decennium). De EDSS nam jaarlijks sterker toe bij patiënten met PIRA dan zonder PIRA (HR [95%-BI]: 0,18 [0,16-0,20] bij PIRA vs. 0,04 [0,02-0,05] zonder PIRA; p<0,001). Het risico om EDSS 6.0 te bereiken was bijna 8 maal hoger bij patiënten die PIRA ontwikkelden (HR [95%-BI]: 7,93 [2,25-27,96]; p=0,001). Patiënten met vroege PIRA vertoonden een sterkere jaarlijkse toename in EDSS dan patiënten met late PIRA (HR [95%-BI]: 0,31 [0,26-0,35] bij vroege PIRA vs. 0,13 [0,10-0,16] bij late PIRA; p<0,001). Deelnemers met vroege PIRA hadden een 26 maal hoger risico op EDSS 6.0 te bereiken dan deelnemers met late PIRA (HR [95%-BI]: 26,21 [2,26-303,95]; p=0,009).

Conclusie

Uit deze cohortstudie is gebleken dat een substantieel deel van de patiënten met MS een PIRA-event ervaart. Het optreden van PIRA blijkt een negatieve prognostische factor bij MS, zeker wanneer PIRA vroeg in het ziekteverloop plaatsvindt.

Referenties

  1. Kappos L, Wolinsky JS, Giovannoni G, et al. Contribution of relapse-independent progression vs relapse-associated worsening to overall confirmed disability accumulation in typical relapsing multiple sclerosis in a pooled analysis of 2 randomized clinical trials. JAMA Neurol 2020;77:1132-40.
  2. Tur C, Carbonell-Mirabent P, Cobo-Calvo Á, et al. Association of early progression independent of relapse activity with long-term disability after a first demyelinating event in multiple sclerosis. JAMA Neurol 2023;80:151-60.
  3. Portaccio E, Bellinvia A, Fonderico M, et al. Progression is independent of relapse activity in early multiple sclerosis: a real-life cohort study. Brain 2022;145:2796-805.