In de klinische praktijk bestaat een groeiende behoefte aan manieren om een dreigende ruptuur van een intracranieel aneurysma tijdig te detecteren. Mogelijk kan vaatwandaankleuring bij MRI hierbij een rol spelen, maar het bewijs hiervoor is tot dusver onvoldoende gebleken om te worden opgenomen in nationale en internationale richtlijnen. Een recent uitgevoerd prospectief observationeel onderzoek biedt meer duidelijkheid.
Er is veel discussie over klassieke risicofactoren voor de ruptuur van een intracranieel aneurysma, zoals de grootte van het aneurysma. In diverse studies is aangetoond dat aankleuring van de vaatwand (‘wall enhancement’) bij MRI een sterke radiologische biomarker is voor een ruptuur. Het merendeel van deze studies is echter retrospectief en gebaseerd op kleine aantallen patiënten. Ook is er weinig bekend over de pathofysiologische basis van de vaatwandaankleuring.
In dit prospectieve observationele onderzoek gebruikten de onderzoekers gegevens van alle opeenvolgende patiënten die in de periode van oktober 2017 tot mei 2019 in het universitair ziekenhuis van Vall d’Hebron in Barcelona, Spanje, waren opgenomen vanwege een sacculair intracranieel aneurysma. De aneurysma’s werden geclassificeerd als asymptomatisch, symptomatisch of geruptureerd. Alle patiënten ondergingen 3T-MRI met hoge resolutie. Twee ervaren neuroradiologen beoordeelden onafhankelijk van elkaar de scans op onder andere de aanwezigheid van aankleuring van de vaatwand na toediening van gadolinium. In een subgroep van patiënten werden histologische en immuunhistochemische analyses uitgevoerd. Met multipele-regressieanalyse werden voorspellende factoren voor een symptomatisch of geruptureerd aneurysma geïdentificeerd.
De onderzoekers analyseerden de gegevens van in totaal 132 patiënten met een sacculair intracranieel aneurysma, van wie 22,9% een asymptomatisch, 76,9% een symptomatisch en 100% een geruptureerd aneurysma had. Bij 36,5% van de patiënten kleurde de vaatwand aan na toediening van gadolinium. Immuunhistochemische markers die gerelateerd waren aan vaatwandaankleuring bij MRI waren expressie van CD3 (p=0,05) en CD45 (p=0,05). Vaatwandaankleuring bij MRI bleek een onafhankelijke voorspeller te zijn van een symptomatisch of geruptureerd aneurysma (p<0,001).
Uit dit prospectieve observationele onderzoek blijkt dat aneurysma’s waarvan de vaatwand bij MRI aankleurt na toediening van gadolinium meerdere histopathologische veranderingen vertonen die mogelijk bijdragen aan vaatwandbeschadiging en als zodanig de pathofysiologische basis vormen van de vaatwandaankleuring. Bovendien is vaatwandaankleuring bij MRI een onafhankelijke voorspeller voor instabiliteit van een intracranieel aneurysma.
Referentie