Het nieuwe geneesmiddel donanemab blijkt de cognitieve achteruitgang bij patiënten in het vroegste stadium van de ziekte van Alzheimer met 60% te vertragen gemeten over 18 maanden. Dat is een van de uitkomsten uit de TRAILBLAZER-ALS 2 studie, een fase III trial die momenteel wordt uitgevoerd door farmaceut Eli Lilly. Onlangs werden studieresultaten gepresenteerd op de Alzheimer’s Association International Conference (AAIC) en gepubliceerd in JAMA. De resultaten volgen op eerdere rapportages uit mei van dit jaar.
In de TRAILBLAZER-ALZ 2 werden in totaal 1736 mensen met vroege symptomatische ziekte van Alzheimer gevolgd, die ofwel eenmaal per maand een infusie van donanemab of placebo kregen. De deelnemers werden op basis van het tau-eiwitgehalte in hun bloed ingedeeld in een laag tot medium tau-groep of een hoog tau-groep. De behandeling werd gestopt zodra een vooraf gespecificeerd niveau van amyloïde plaque klaring was bereikt.
De onlangs gepresenteerde gegevens zijn afkomstig van een vooraf gespecificeerde subpopulatieanalyse van deelnemers met laag-medium tau. De resultaten toonden aan dat donanemab bij mensen met milde alzheimersymptomen (n=214) de cognitieve achteruitgang vertraagde met 60% volgens de integrated Alzheimer’s Disease Rating Scale (iADRS) en 46% op de Clinical Dementia Rating-Sum of Boxes (CDR-SB). Ondertussen vertraagde donanemab bij mensen met milde dementie als gevolg van de ziekte van Alzheimer (n=514) de achteruitgang met 30% op iADRS en 38% op CDR-SB. Farmaceut Eli Lilly merkt daarbij op dat het algemene behandelingseffect van donanemab bleef toenemen tijdens de studie, met de grootste verschillen ten opzichte van placebo na 18 maanden.
Een verdere post-hoc subgroepanalyse van deelnemers met laag-medium tau op basis van leeftijd liet een groter voordeel van donanemab zien bij personen tot 75 jaar. Specifiek vertraagde donanemab de achteruitgang met 48% op iADRS en 45% op CDR-SB bij patiënten jonger dan 75 jaar, vergeleken met 25% op iADRS en 29% op CDR-SB bij patiënten ouder dan 75 jaar.
Er bestaan echter wel gerede zorgen over de bijwerkingen van donanemab. De veiligheidsrisico’s worden als aanzienlijk omschreven, en drie studiedeelnemers overleden als gevolg van ernstige amyloïd-gerelateerde beeldvormingsafwijkingen (ARIA) of hersenbloedingen en -zwellingen. Specifiek kwam cerebraal oedeem (ARIA-E) voor bij 24% van de patiënten die werden behandeld met donanemab, waarbij 6,1% symptomatische ARIA-E ondervond, vergeleken met respectievelijk 2% en 0,1% in de placebo-arm. Ondertussen traden cerebrale microbloedingen (ARIA-H) op bij 31,4% van de deelnemers in de donanemab groep, tegenover 13,6% in de placebo groep.
Er is wel een genetische component aan de ARIA-bijwerkingen verbonden. Met name dragers van het ApoE4-gen blijken een verhoogd risico te hebben. De resultaten die tijdens de AAIC-bijeenkomst werden besproken, toonden aan dat bij patiënten die homozygoot zijn voor ApoE4, ARIA-E optrad met een percentage van 40,6%, terwijl ARIA-H werd waargenomen bij 50,3%. Verder traden ernstige ARIA-E voorvallen op bij 12 ApoE4-dragers, vergeleken met één voorval bij niet-dragers, en ernstige ARIA-H werd gezien bij drie ApoE4-dragers, tegenover één voorval bij niet-dragers.
Het zal hoe dan ook nog lang duren voordat donanemab bij de Nederlandse patiënten ingezet kan worden. Eli Lilly heeft de goedkeuringsaanvraag ingediend bij de Amerikaanse medicijnenautoriteit FDA, en op zijn vroegst eind van dit jaar wordt de goedkeuring verwacht. In Europa beraadt de EMA zich op goedkeuring, waarna ook het Zorginstituut zich over het geneesmiddel buigt. De kans is daarbij groot dat het middel in de sluisprocedure terecht komt omdat verwacht wordt dat de prijs hoog zal zijn. Officieel heeft Eli Lilly de prijs van donanemab nog niet bekend gemaakt, maar het vergelijkbare middel lecanemab kost 26.500 dollar per patiënt per jaar.
Daarnaast is er nog een andere ‘beer op de weg’: donanemab werkt bij patiënten die zich in een vroeg stadium van Alzheimer bevinden, maar het is erg moeilijk om de diagnose juist in dat vroege stadium te stellen. Het zal dan ook niet eenvoudig zijn om op tijd te bepalen welke patiënten wel of niet voor een mogelijk dure behandeling met donanemab in aanmerking komen.
Referenties