Neuro-inflammatie draagt bij aan de ontwikkeling en progressie van meerdere neurodegeneratieve aandoeningen, maar de rol bij spinale musculaire atrofie (SMA) is niet eerder onderzocht. Recentelijk is een studie gepubliceerd naar de behandeling van SMA-patiënten met nusinersen, een antisense-oligonucleotide die de werking van het SMN2-gen verbetert, waardoor meer normaal functionerend ‘surival’-motorneuron (SMN)-eiwit wordt aangemaakt.
De retrospectieve studie werd uitgevoerd in twee studiecentra en omvatte 48 pediatrische SMA1- (n=18), SMA2- (n=19) en SMA3-patiënten (n=11). Daarnaast werden vier controledeelnemers zonder neurologische aandoeningen geïncludeerd. SMA-subtypen worden gekarakteriseerd op basis van de leeftijd waarop de symptomen zich ontwikkelen en de ernst van de beperking, waarbij SMA1 als het meest ernstige subtype wordt beschouwd. Om de aanwezigheid van diverse pro- en anti-inflammatoire cytokinen en neurotrofe factoren te bepalen in het hersenvocht (‘cerebrospinal fluid’, CSF) werd gebruik gemaakt van een Bio-Plexsysteem. De concentratie van deze moleculen werd gemeten vóór en op verschillende momenten ná de start van de nusinersenbehandeling.
De onderzoekers vonden significante hogere concentraties van meerdere pro-inflammatoire cytokinen (IL-6, IFN-γ, TNF-α, IL-2, IL-8, IL-12, IL-17, MIP-1α en MCP-1) en neurotrofe factoren (PDGF-BB en VEGF) in het CSF van SMA1-patiënten, in vergelijking met SMA2- en SMA3-patiënten. De concentraties van deze moleculen waren bij SMA2- en SMA3-patiënten vergelijkbaar met bij controledeelnemers. Daarnaast bleek dat de behandeling met nusinersen de concentratie van sommige, maar niet alle van deze neuro-inflammatoire moleculen in het CSF bij SMA1-patiënten significant verlaagde. Bij SMA2-patiënten werd na behandeling met nusinersen juist een toename van de concentratie van de pro-inflammatoire moleculen G-CSF, IL-8, MCP-1, MIP-1α en MIP-1β gezien. Bij SMA3-patiënten leidde nusinersenbehandeling tot een lagere concentratie van het anti-inflammatoire molecuul IL-1ra.
Deze bevindingen tonen volgens de onderzoekers aan dat ernstige SMA (SMA1) een specifieke neuro-inflammatoire signatuur heeft, die gedeeltelijk genormaliseerd kunnen worden met nusinersenbehandeling.
Referentie