NEUROFILAMENT LICHTE KETEN ALS BIOMARKER VOOR PERIFERE ZENUWSTELSEL-AANDOENINGEN

januari 2023 Wetenschap Marleen Huijsmans

Onderzoek naar biomarkers voor aandoeningen van het zenuwstelsel hebben zich voornamelijk gericht op het centrale zenuwstelsel, waardoor minder bekend is over biomarkers bij perifere zenuwstelselaandoeningen. Recent literatuuronderzoek vergelijkt verschillende bloedbiomarkers voor perifere neuropathieën en wijst uit dat neurofilament lichte keten de meest geschikte bloedbiomarker is voor deze aandoeningen.

Perifere neuropathieën zijn veelvoorkomende aandoeningen en kunnen leiden tot gevoelloosheid, paresthesie, motorische stoornissen en pijn. Er is steeds meer bewijs voor het gebruik van biomarkers als klinische indicatoren van de aanwezigheid, ernst en prognose van zenuwlaesies.

STUDIEOPZET

Om te beoordelen of  biomarkerconcentraties in het bloed van diagnostische waarde zijn bij patiënten met perifere neuropathie zijn de bloedconcentraties van biomarkers vergeleken met die bij controlegroepen. Gepubliceerde data van observationele studies bij patiënten met perifere neuropathie zijn gecombineerd en geanalyseerd.

De review includeerde 36 onderzoeken met in totaal 4.414 participanten, waaronder een controlegroep (n=2.113) en patiënten met perifere neuropathie (n=2.301) met 13 verschillende diagnoses van perifere neuropathie. Diabetische neuropathie was de meest voorkomende diagnose van neuropathie (13 studies), gevolgd door de ziekte van Charcot-Marie-Tooth (6 studies) en het syndroom van Guillain-Barre (6 studies).

NEUROFILAMENT LICHTE KETEN ALS BIOMARKER

In totaal zijn 16 verschillende biomarkers uit het bloed geëvalueerd die geassocieerd werden met perifere neuropathieën. De meest gebruikte biomarkers waren neurofilament lichte keten (NfL), S100B, van de hersenen afgeleide neurotrofe factor (‘brain-derived neurotrophic factor’, BDNF) en neuronspecifieke enolase (NSE). Patiënten met perifere neuropathie hadden significant hogere niveaus van NfL vergeleken met controles (‘standardized mean difference’, SMD [95%-BI]: 0,93 [0,82-1,05]; p<0,001). Er waren geen significante verschillen in niveaus van S100B (SMD [95%-BI]: 1,10 [−3,08-5,28]; p=0,38), BDNF (SMD [95%-BI]: −0,52 [−2,23-1,19]; p=0,40), of neuronspecifieke enolase (SMD [95%-BI]: -0,00 [-1,99-1,98]; p=0,10) bij patiënten met perifere neuropathie vergeleken met controles.

De bevindingen van deze systematische review en meta-analyse ondersteunen het gebruik van circulerend NfL als biomarker voor de aanwezigheid van neuronaal letsel bij patiënten met perifere neuropathie.

REFERENTIE

Fundaun J, Kolski M, Molina-Álvarez M, et al. Types and concentrations of blood-based biomarkers in adults with peripheral neuropathies: A systematic review and meta-analysis. JAMA Netw Open 2022;5:e2248593.